De Automatische Piloot: hoe vaak stuur jij eigenlijk zelf?

De Automatische Piloot: hoe vaak stuur jij eigenlijk zelf?

Heel recent werd ik zelf weer even herinnerd aan hoe snel ik op de automatische piloot schiet. Ik was bij iemand op bezoek, maar voelde me eigenlijk niet echt ‘aanwezig’. Er zat een vaag ongemak in mij, maar op dat moment kon ik er niet goed bij. Mijn gedachten dwaalden af – over de deuren van het tennispark, of die wel goed dicht waren, en dat pak melk dat ik mijn buurman nog zou brengen. Terwijl ik fysiek in de ruimte was, voelde het alsof ik er geestelijk niet echt bij was.

Toen ik thuiskwam, was mijn eerste impuls om, jawel, die deuren van het tennispark nog even te controleren en dat pak melk bij mijn buurman af te geven. Met dat klusje eindelijk afgevinkt, besloot ik even stil te zitten om écht te voelen wat er in mij speelde. Gewoon zitten en luisteren naar mijn lichaam, zonder afleiding. Langzaam maar zeker kon ik de signalen opmerken en taal geven aan wat ik nodig had. Op dat moment voelde ik ruimte ontstaan, alsof er een last van me afviel. Het lijkt misschien klein, maar wanneer je deze signalen van je lichaam omarmt, word je direct ‘beloond’ – met rust, helderheid en een beetje meer grip op wat er werkelijk in je omgaat.

Automatische piloot: ontwaken in je eigen leven

Bewustwording van hoe je denkt en hoe je daarop reageert klinkt eenvoudiger dan het is. Want meestal zijn we ons niet zo bewust van de keuzes die we maken; we handelen vaak op de automatische piloot. Denk eens aan hoe je vanmorgen bent opgestaan. Voelde je je voeten op de vloer? Of was je met je hoofd al bij die honderd-en-één dingen die je vandaag nog ‘moet’ doen? Voor je het weet, ben je met de koffie in je hand op weg naar je werk, zonder een idee hoe je die nou eigenlijk hebt gezet. Zo goed zijn we in de automatische piloot dat we er bijna een Olympische sport van kunnen maken.

We kunnen heel goed de hele dag – misschien zelfs ons hele leven – in gedachten verzonken doorbrengen, zonder ons bewust te zijn van wat er werkelijk in ons en om ons heen gebeurt. We raken zo gewend aan het denken dat ons hoofd de hoofdrol krijgt en ons lichaam op de achtergrond blijft.

Waarom denken we eigenlijk zoveel?

Onze geest heeft als oerfunctie om ‘problemen’ te zoeken – handig in de oertijd, toen het om overleven draaide. Toen was het logisch om altijd alert te zijn op gevaren. Maar die sabeltandtijger? Die is inmiddels met pensioen en in plaats daarvan schieten we onszelf in de stress over de ‘gevaren’ van vandaag, zoals de gevreesde ‘ongelezen mails’ of de verschrikkingen van ‘wat-als-mensen-mij-niet-leuk-vinden’. Zo rennen we nog steeds weg, maar dan voor… onszelf.

Maar is al dat denken altijd nodig? Zeker bij persoonlijke vragen – ‘Ben ik nog gelukkig in mijn werk?’ of ‘Hoe zit het in mijn liefdesrelatie?’ – kan het denken ons juist vastzetten, omdat het denken hier niet altijd een antwoord heeft.

De kracht van naar binnen keren

Als je je wilt bevrijden van deze onrust, kan het helpen om naar binnen te keren, om te ervaren waar je lichaam al signalen geeft die je hoofd niet direct oppikt. Zo kun je beginnen te zien hoe je zelf je eigen onrust creëert – en misschien zelfs ervaren hoe je daar minder in verstrikt raakt.

Wat betekent ‘naar binnen keren’? Het klinkt misschien als een groot of vaag concept, maar het is simpelweg het bewust observeren van wat er in je leeft. Het is de automatische piloot uitschakelen en je aandacht verleggen van wat er allemaal buiten jou gebeurt naar wat er binnenin jou afspeelt.

Luisteren naar je eigen lijf

Denk eens aan een moment waarop je frustratie, angst of spanning voelde – vaak willen we zulke gevoelens zo snel mogelijk oplossen of wegduwen. Maar stel je voor dat je in plaats daarvan even stil zou staan en die gevoelens zou toelaten. Het kan zo simpel zijn als even je ogen sluiten, je aandacht naar je ademhaling brengen en voelen waar die spanning zit in je lichaam. Misschien merk je een knoop in je maag of een spanning in je schouders.

Waarom zou je dat doen? Door de tijd te nemen om je bewust te worden van deze signalen, krijg je inzichten in jezelf die je met denken alleen niet bereikt. Het geeft je de kans om niet meteen te reageren of te handelen, maar om eerst te begrijpen wat je eigenlijk nodig hebt. Zo leer je omgaan met ongemak op een andere manier, waarbij je jezelf de kans geeft om emoties toe te laten en los te laten.

Een klein experiment om mee te beginnen

Dus, als experiment: probeer vandaag één moment te pakken waarop je je hersens niet meteen laat doordraven. Probeer het eens, al is het maar voor een minuutje (ja, die hele zestig seconden!) om gewoon even te zitten, te ademen en te checken wat er nou eigenlijk in je lijf gebeurt. Wat heeft je aandacht nodig? Wat voel je écht? Het kan de start zijn van een hele nieuwe relatie met jezelf – eentje waarin je hoofd en lichaam perfect samenwerken.

Terug naar blogs